WANDELEN DOOR HET TUINDORP
Door Homme Martinus
Hieronder
staat een route door het Tuindorp beschreven voorzien van enkele foto's. Deze pagina's
kunnen een echte wandeling niet vervangen, maar willen u een indruk geven van de
schoonheid van dit bijzondere stukje Nederland. Als u in de gelegenheid bent het Tuindorp
te bezoeken, dan is bij de Hengelose VVV een boekje verkrijgbaar waarin deze wandeling is
opgenomen.
Deze wandeling start op de hoek Julianalaan / C.T.Storkstraat
,
en
voert door het hele Tuindorp 't Lansink.
De naam C.T.Stork zult u meermalen aantreffen in het tuindorp. Charles Theodorus Stork was
de stichter van de Machinefabriek Stork.
Van hier naar rechts, in de richting van de Willem de Clerqstraat. Willem de Clerq was
directeur van de Nederlandse Handels Maatschappij. Tezamen met Thomas Ainsworth richtte
hij in Goor een weefschool op, met het doel de Twentse wevers het gebruik van de snelspoel
te leren.
In
de muur van het pand met huisnummer 1 is op circa 40 cm hoogte boven de grond de
herinneringssteen die in mei 1911 is ingemetseld door de zesjarige zoon van C.F.Stork, ter
herdenking aan de start van de bouw van het tuindorp. Deze huizen zijn dan ook de eerste
die gebouwd zijn.
Hierna rechtsaf de Beckumerstraat in. We passeren aan de rechterkant een hoge tuinmuur.
Deze muur is een kenmerkend object van een tuinstad(-dorp); het sluit deze af voor het
'vuil' van de buitenwereld. (Toen het tuindorp gebouwd werd lag het een eind van Hengelo
af; het was een satellietdorp.)
Deze muur is de enige met een dergelijke functie in het tuindorp.
De Beckumerstraat ontleent zijn naam aan het voetpad dat eens van de binnenstad van
Hengelo richting Beckum (in het zuiden) liep.
De eerste straat aan de rechterzijde is de Binnenweg. Deze weg had in de oorspronkelijke
situatie geen trottoirs. Waar zich deze thans bevinden waren eens groenstroken.
Binnenweg
richting C.T.Storkstraat
De eerstvolgende straat rechts is de van Markenstraat; vernoemd naar J.C. van Marken
directeur van de Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek te Delft. Hij was initiatiefnemer
van de bouw van het Agnetapark in Delft in 1885. Deze woonwijk kan worden gezien als
voorloper van de Nederlandse tuindorpen. In de Van Markenstraat zien we voor de huizen
rechts fraaie veranda's.
We gaan nu de eerste weg links in; de Conradstraat waarvan de naam ontleend is aan Conrad
Stork (de directeur van de Machinefabriek).
Aan het einde van deze straat rechtsaf de Buitenweg in.
Deze straat vormt de buitenste ring van de eerste bouwfase.
Op
het kruispunt staat aan de overkant een woning met een opmerkelijke gevel. Hier rechtsaf
de Lansinkweg in.
De Lansinkweg geeft een goed beeld van de vele woningtypen die het tuindorp bevat. De vele
details van de woningen zijn de aandacht waard. Markant is het huis aan de rechterkant met
het torentje met fraaie versieringen eronder.
De straat ontleend zijn naam, evenals het gehele tuindorp, aan het erve Het Lansink.
We kruisen thans het C.T.Storkplein.
Dit is het centrum van het tuindorp. Rechts het Hotel 't Lansink met aan de-muur' de
plaquette van C.F.Stork, initiator van de bouw van het Tuindorp. Het plein is op
bijzondere wijze geplaveid.
De stenen zijn gelegd in fraaie waaiervormen. De Dam in Amsterdam is op gelijke wijze
geplaveid.
Rond
het plein en onder de galerij aan de rechterkant zijn diverse winkels gesitueerd die in
eerste instantie bestemd waren om de tuindorpbewoners te voorzien in hun eerste
levensbehoefte. Thans zijn er veelal andersoortige winkels in de panden gevestigd.
We steken het plein recht over en vervolgen de Lansinkweg.
Aan de rechterkant (links naast het hotel) staan twee huizen die het rustieke karakter van
het plein uitstralen.
huizen
naast het Hotel
Even verder lopend treffen we tevens aan de rechterzijde het hofje aan. Dit hofje
verschilt sterk van de gebruikelijke Nederlandse hofjes; het is aan één zijde geheel
open. Dit weerspiegelt de invloed van de Engelse bouwkunst.
Aan het einde van de straat even pas op de plaats.
Rechts aan de overkant zien we een aantal woningen die tevens tot het tuindorp behoren.
Tevens zien we het sportpark.
Woningen
aan de Julianalaan
We vervolgen onze weg door linksaf te gaan. Dit is de Oelerweg.
De Oelerweg heette vroeger Haaksbergerdijk. De straat was de belangrijkste vanuit Hengelo
naar Haaksbergen, en lag verhoogd in het landschap, vandaar 'dijk'. Thans heet het eerste
deel van de straat Oelerweg, naar de buurtschap Oele, net buiten Hengelo. Het tweede deel van de weg, vanaf het
kruispunt met de Breemarsweg, heet Haaksbergerstraat.
De linkerzijde van deze straat vormt de buitenste ring van het tuindorp. Tot aan de eerste
straat rechts behoren alle huizen tot het tuindorp. Daarna alleen de huizen aan de
linkerzijde van de straat.
We gaan de eerste straat links, de Thorbeckestraat, in.
Thorbecke (Johan Rudolf, 1798-1872) was een Nederlands staatsman, waarmee C.T.Stork in
contact trad om de afschaffing van de handelsprotectie van de Nederlandse Handels
Maatschappij te bespreken. Door Thorbecke's inzet is die protectie afgebouwd, en de
bereikbaarheid van industriestreken door middel van spoorwegen e.d. verbetert.
Kenmerkend in deze straat is het blok woningen aan de rechterzijde midden in de straat.
Aan het einde van deze straat hebben we een mooi gezicht op een woning aan de
C.T.Storkstraat. Deze straat gaan we rechts in. Het in de ene straat uitzicht hebben op
een bijzonder pand in de andere straat is heel kenmerkend voor het tuindorp.
Ook de C.T.Storkstraat waarin we thans zijn, heeft een dergelijk uitzicht, en wel op de
Eendrachtstraat.
Aan het einde van de straat gaan we linksaf de Eendrachtstraat in. Deze straat wordt
gedomineerd door fraaie platanen (te herkennen aan hun afschilferende schors).
Aan het einde van de straat vragen
de trapgevels van de woningen met de nummers 2 en 4 de aandacht.
We steken de Buitenweg over en komt zo op het Plein 1918.
Vroeger heette dit plein het 'Nieuwe Pleintje' maar na de Eerste Wereldoorlog kreeg het de
naam Plein 1918. Aan dit plein staan fraaie oude kastanjebomen.
We gaan rechtsaf de Weversweg in. Deze gehele straat wordt gevormd door kleinere woningen.
De Weversweg is vernoemd naar de wevers uit de textielfabriek. Meerdere straten in dit
gedeelte van het tuindorp zijn vernoemd naar groepen mensen of zaken die met de
textielindustrie te maken hebben (Spinnersweg, Spoelsterstraat, Kettingstraat,
Twijnstraat, Kalanderstraat).
Aan het einde van de straat gaan we linksaf de Oelerweg langs.
Hier zien we op de hoek, aan de linkerzijde, een blok woningen in een opmerkelijke ronde
vorm gebouwd. Dit blok is in 1992 gerestaureerd en in 1998 aangewezen tot Rijks Monument.
Na dit blok gaan we direct weer links, de Kettingstraat in. Deze straat loopt door. Dit is
één van de ingrijpende wijzigingen in het tuindorp geweest in de afgelopen jaren. De
Kettingstraat vormde vroeger een doorlopend geheel met de Geerdinksweg en de Vijverlaan.
In verband met de veranderde verkeerssituatie heeft men de Kettingstraat afgesloten.
Aan de rechterzijde van de straat is het resultaat van een in 1990 uitgevoerde renovatie
te zien. Het resultaat staat in schril kontrast met de linkerzijde van de straat, dat in
1992 werd gerestaureerd.
Van de Kettingstraat gaan we de tweede straat rechtsaf, de Vijverlaan op.
De vijver is ontstaan door de afgraving van zand bij de bouw van het tuindorp. Dit zand
was nodig voor het ophogen van bepaalde stukken land.
Aandacht verdienen de bomen die langs de vijver staan. Er staan vele verschillende
soorten; dit hele gebied kan beschouwd worden als een arboretum.
De zweminrichting in de vijver is gebouwd op verzoek van de
tuindorpbewoners en is in 1923 in gebruik genomen en wordt tot op heden intensief bezocht.
In 1996 is op initiatief van de bewoners begonnen met de uitvoering van het
rehabilitatieplan voor dit zwembad.
De eerste straat rechts is de Woolderbeekweg, aan het einde linksaf, en na de kerk wederom
links. Dit is de Dieselstraat.
Dit gedeelte wordt ook wel het 'Tuindorp Zuid' genoemd.
Het werd na de Tweede Wereldoorlog gebouwd door de architect Van Broekhuizen, en heeft een
heel eigen karakter; afwijkend van dat van het voor-oorlogse tuindorp. De luxe, van weinig
woningen op een stuk grond, kon de architect zich hier niet veroorloven.
Na de Tweede Wereldoorlog was er grote behoefte aan nieuwe woningen omdat de binnenstad
van Hengelo geheel verwoest was.
De architect heeft toch geprobeerd iets van het oorspronkelijke tuindorp over te nemen. Zo
heeft hij veel groen in de wijk geprojecteerd, en door de huizen naar achteren te plaatsen
is een ruimtelijk beeld ontstaan. Ook heeft hij gebruik gemaakt van het bestaande
stratenplan van de architect van het tuindorp, Karel Muller. Deze had al in 1925 een
aanzet gemaakt voor de inrichting van dit gedeelte van het tuindorp.
We gaan de tweede straat rechts, de Babcockstraat, in. Babcock was de man met wie de
machinefabriek Stork contact had, in verband met de bouw van waterpijpketels voor
stoommachines.
Deze straat heeft een ruim open gebied tussen de huizenblokken van linker- en rechterzijde
van de straat. Visueel is de straat dus veel breder.
woningen in de
Babcockstraat
Aan het einde van de straat gaan we links af, en de eerste straat links weer in. Dit is de
Leeghwaterstraat. Jan Adriaensz. Leeghwater was een Nederlands waterbouwkundige die heeft
meegewerkt aan de drooglegging van onder andere de Beemster, Purmer, de Wormer en de
Schermer.
Aan het einde van de straat rechts af de Dieselstraat in.
Aan het einde van de straat links,
de Badhuisstraat in, en aan het einde daarvan rechtsaf de Vijverlaan weer op.
Tegenover de ingang van het zwembad loopt de Badhuisstraat, vernoemd naar de voormalige
badinrichting van Stork.
Deze badinrichting was één van de sociale voorzieningen die Stork had getroffen voor
zijn medewerkers. Het badhuis had in zijn oorspronkelijk vorm zwembassins en baden; later
alleen baden en douches.
Met de komst van badgelegenheid in de woningen werd het badhuis overbodig.
De volgende straat aan de rechterhand is de Vereenigingsstraat, vernoemd naar de
"Vereeniging tot behartiging van de belangen van het personeel verbonden aan de
machine- fabriek van Gebr. Stork te Hengelo" een overkoepelend orgaan van alle
sociale voorzieningen van de Machinefabriek Stork.
Even verder aan de rechterkant de Padvinderstraat. Op de hoek van deze straat en de
Vijverlaan, waar nu het huis met nummer 34 staat, stond eens een fraai houten
padvindershuis.
Van de Vijverlaan gaan we verder naar de Marten Meesstraat. Marten Mees was tot 1916
commissaris van de Machinefabriek en directeur van de Bank Mees en Hope, welke bank de
bouw van het tuindorp heeft mede gefinancierd.
Op het kruispunt linksaf de Spinnersweg in.
De evenzijde van de straat is de afsluiting van de tweede bouwfase; de onevenzijde vormt
het begin van de derde bouwfase. Het verschil in de verschillende fasen is duidelijk
zichtbaar aan de types woningen.
De eerste straat die u aan de linkerzijde voorbij komt, de Kalanderstraat, is gebouwd na
de Tweede Wereldoorlog. Bij deze bouw is het tuindorpkarakter geheel verloren gegaan; alle
woningblokken zijn identiek.
Verder lopend in de Spinnersweg staat na het blok van 6 woningen met in het midden een
poortje, een prachtige beuk die nog stamt uit het oorspronkelijke landschap.
Aan het einde van de straat staan we weer op het Plein 1918 waar we rechtsaf gaan en op
het volgende kruispunt wederom rechtsaf.
Dit is de Buitenweg. De eerste straat links, de Strumphlerstraat. Deze straat bevat de
grootste variatie in woningtypen. Vergelijken we deze woningen met die we zojuist gezien
hebben in de vorige straten, dan wordt duidelijk dat de Strumphlerstraat duidelijk een
straat uit de eerste bouwfase is.
C.H.Strumphler, naar wie de straat genoemd is, was technisch directeur van de
Machinefabriek Stork van 1876 tot 1891. Hij oefende met D.W.Stork de dagelijkse leiding
van de fabriek uit. Onder zijn leiding werd in 1878 de Technische Vereniging opgericht. In
deze vereniging werden gesprekken met werklieden van de fabriek over hun maatschappelijke
belangen gevoerd. Hieruit werden onder meer een Ziekenfonds en een Pensioenfonds geboren.
Aan het einde van de straat rechtsaf de C.T.Storkstraat in. Hier net om de hoek staat een
woning met een fraaie gevel.
Verder lopend steken we het C.T.Storkplein over en lopen we onder de winkelgalerij door.
Aan de rechterzijde tegen het Hotel staat een gebouw met boven de deur een gevelsteen met
de tekst 'Kleuterschool'. Het zal opvallen dat de letters 'Kleute' anders zijn dan de
overige. Oorspronkelijk heeft er namelijk 'Bewaarschool' gestaan.
De kleuterschool is langgeleden opgeheven en de ruimte maakt nu deel uit van het Hotel.
Verderop in de straat aan de linkerzijde ziet u het voor Hengeloërs welbekende poortje
welke de voormalige toegangsweg inluidde naar de boerderij waaraan het tuindorp de naam te
danken heeft; Het Lansink.
Die boerderij heeft gedurende de bouw van het tuindorp dienst gedaan als bouwbureau voor
de architecten Muller en Wattez.
Naderhand was het ingericht als clubgebouw, waarin reeds 14 dagen na opening, 9 clubs
actief waren om de jeugd van het tuindorp 'van de straat te houden'.
Ruim drie jaren heeft de boerderij Het Lansink gediend als clubhuis.
In 1928 werd het afgebroken in verband met de uitbreiding van de C.T.Storkschool aan de
Julianalaan.
Aan het einde van de straat zijn we aan het einde van de rondwandeling gekomen.
Het principe van de tuindorpgedachte zal nu zeker duidelijk zijn: een gemengde bewoning
van arbeiders, beambten en directieleden van de machinefabriek naast elkaar. Dit principe
is ook nu nog onveranderd met dit verschil dat vroeger de woningbouwvereniging grotendeels
bepaalde wie er woonde en er nu niet hoofdzakelijk personeel van de machinefabriek Stork
woont.