HET TUINDORPBAD BEHOUDEN

door Homme Martinus

 

In het Tuindorp 't Lansink te Hengelo (Ov.) is langdurig strijd gevoerd voor het behoud van het natuurbad. Een strijd die uiteindelijk gewonnen is, waardoor het bad behouden kan blijven.

Door zandafgraving ten behoeve van de bouw van het Tuindorp 't Lansink onstond een grote vijver.
Op verzoek van bewoners werd in die vijver een bad- en zweminrichting gerealiseerd. De opstallen werden ontworpen door de architect A.K. Beudt. Bewoners en bedrijven brachten het geld bijeen om de bouw te realiseren en er werd een stichting opgericht voor het beheer en de exploitatie. In het voorjaar 1923 werd het bad in gebruik genomen.

Al in 1959 pakken zich donkere wolken samen boven het bad.
De gemeente Hengelo kwam met plannen voor de bouw van een modern zwembad in de buurt van het Tuindorpbad.  Deze plannen gingen echter de ijskast in om in 1968 er weer uit te komen in de vormen van een combibad in Hengelo noord. Deze plannen werden gerealiseerd.
Aan dit nieuwe bad verloor het Tuindorpbad veel klandizie.

In 1972 ging het Tuindorpbad over in handen van de gemeente voor een symbolisch bedrag voor F. 1,00. De stichting, i.c. de wijkbewoners, moest echter de exploitatie van het bad op zich nemen omdat de gemeente het bad overnam zonder verplichting tot exploitatie. In 1977 onstond een Vriendenkring die hand- en spandiensten verleent om zo de exploitatielast te verlichten.
Het zwembad bleef open omdat het nog steeds aantrekkingskracht had voor met name de directe omgeving van het bad. Belangrijker wellicht was, dat het bad een goede sociale functie vervulde.
In 1978 kwam ook de exploitatie van het bad in handen van de gemeente Hengelo.

Gemeentelijke bezuinigingen waren de oorzaak dat in 1987 het bad op de nominatie stond voor sluiting. Doel van de gemeente was om in Hengelo slechts één zwemvoorziening in stand te houden; het gemeentelijke combi-bad. De bewogen raadsvergadering in februari had tot resultaat dat het Tuindorpbad niet gesloten zou worden. Het onderhoud zou echter op een minimum peil worden geplaatst, en de Vrienden van het Tuindorpbad werden meer ingeschakeld bij het beheer van het bad.

De volgende donkere bui kwam in 1990 boven het bad te hangen.
In november schaarde de Hengelose politiek zich achter het standpunt van het College van Burgemeester en Wethouders om het Tuindorpbad af te slanken. De gemeente zocht naar een andere recreatieve functie voor het bad omdat het onvoorwaardelijk open houden als zwembad te veel investeringen zouden vragen.

De wijkbewoners richtten het Tuindorp Comité op, dat zich het behoud van het zwembad als geheel tot doel stelde. Nog diezelfde maand volgde een gesprek met de verantwoordelijke wethouder. In februari 1991 werd het Tuindorp Comité omgezet in de Stichting Tuindorp. Deze stichting stelt zich het behartigen van de belangen van Tuindorpbewoners ten doel.
Binnen deze stichting zou de werkgroep Vijver en Bad zich bezig houden met het streven naar behoud van het Tuindorpbad.
In mei van datzelfde jaar presenteerde de werkgroep de nota 'Tuindorpbad, oud in nieuw perspectief'. Deze nota gaf een historische schets en een plan van aanpak met betrekking tot de instandhouding van het Tuindorpbad als zwemvoorziening.
Voor dit streven wist de stichting zich gesteund door de Rijks Dienst voor de Monumenten Zorg, die het bad als uniek bestempelde omdat het een oorspronkelijke voorziening in de wijk is en de plaats die bad en vijver in het Tuindorp 't Lansink inneemt.
Het college van Burgemeester en Wethouders van Hengelo wees in juli 1992 het plan van de stichting van de hand, omdat het teveel zou gaan kosten.
De maanden augustus en september van datzelfde jaar stonden in het teken van acties van de wijkbewoners naar de politiek om hun wens tot behoud van het bad kracht bij te zetten. Dit was niet zonder succes.
Tijdens een vergadering van de Raadscommissie Algemene en Bestuurlijke zaken begon een raadsmeerderheid zich af te tekenen voor het reserveren van meer geld voor het behoud van het bad. Er werd afgesproken dat gemeente en Stichting de zaak nog een kritisch zouden bekijken.
Intussen had de stichting voor haar streven naar behoud van de bad de provinciale Overstichtsprijs ontvangen. Mede met behulp hiervan kon zij architectenbureau Ghijsen uit Deventer opdracht geven om een plan voor het behoud van het bad te ontwerpen.

In januari 1993 werd dit plan "Rehabilitatieplan Tuindorpbad" gepresenteerd. Dit plan omvatte meer dan alleen restauratie. Ook werden in het Rehabilitatieplan ideeën ontvouwd waarmee het bad een grotere aantrekkingskracht zou krijgen en daardoor meer levensvatbaarheid.

De gemeente kwam in mei 1993 met een nieuw plan. Het idee van de recreatieplas was aan de kant geschoven. Het bad zou wel volwaardig zwembad met toezicht blijven. De voorzieningen voor het toezicht en het afsluiten van het bad zouden echter alleen tijdens het zwemseizoen aanwezig zijn.
Buiten het zwemseizoen zou het bad voor andere doeleinden gebruikt worden. Hiertoe zouden de bestaande opstallen gesloopt en de badindeling verwijderd worden.

Het College van Burgemeester en Wethouders bestempelden de plannen van de Stichting en van de gemeente als gelijkwaardig. Keuze voor het plan van de stichting zou pas gemaakt kunnen worden, als zou blijken dat daarvoor voldoende steun te vinden was bij de bevolking.
In juli vond daarop een grote aktie plaats voor behoud van het bad. De aktie werd een groot succes. Toen daarna ook van de kant van de Machinefabriek Stork steun kwam voor het plan van de stichting leek de zaak beklonken.
In januari 1994 koos het College van Burgemeester en Wethouders voor het ingediende plan van de Stichting Tuindorp, en in februari volgt de gemeenteraad het advies van Burgemeester en Wethouders.
Samen met het plan van de Stichting Tuindorp was die beslissing van levensbelang voor het behoud van het Tuindorpbad.
Voor de realisatie van de rehabilitatieplan zal een nieuwe stichting worden opgericht.
Daarmee is het bestaan van het laatste Hengelose natuurbad hopelijk voor een lange tijd gewaarborgd, en behoudt het Tuindorp 't Lansink één van z'n essentiële elementen.